Veel spraakwater hebben.
Morgenrood, water in de sloot.
Zich als een vis in het water voelen.
Hij zit op water en brood.
Geld verdienen als water.
Het hoofd boven water houden.
Zij lijken als twee druppels water op elkaar.
Een storm in een glas water.
Water bij de wijn doen.
Iemand een steek onder water geven.
Zo vlug als water.