0 Zo rond als een ei, dan is de nul blij.
1 Van top tot teen, zo schijven wij de één.
2 Eerst zijn bek, dan zijn nek, zo staat de twee niet voor gek.
3 Een kleine boog en nog een boog, de drie heeft altijd zijn voeten omhoog.
4 Twee keer een rechte lijn en nog een rechte pier, zo gaat de vier.
5 Eerst z'n nek, dan z'n lijf, pet erop, zo moet de vijf.
6 Een boog met een oog.
7 Van links naar rechts heel even, schuin omlaag, zo gaat de zeven.
8 Eerst z'n lijf, dan z'n kop, zo staat de acht er goed op.
9 Eerst een oog en dan een boog.