10 Kleine kikkertjes die kwam ik gisteren tegen,
eentje sprong een vliegje na, toen waren er nog maar 9.
9 Kleine kikkertjes die liepen langs de gracht,
eentje dook er van de brug toen waren er nog maar 8.
8 Kleine kikkertjes zijn bij elkaar gebleven,
maar een verstopte zich in het gras, toen waren er nog maar 7.
7 Kleine kikkertjes die schrokken voor een bles,
eentje maakte rechtsomkeer, toen waren er nog maar 6.
6 Kleine kikkertjes die zochten een verblijf,
een kroop er in de modder weg, toen waren er nog maar 5.
5 Kleine kikkertjes die maakten saam plezier,
een deed er verder niet meer mee toen waren er nog maar 4.
4 Kleine kikkertjes die hielden vol, maar zie
daar kwam een grote ooievaar, toen waren er nog maar 3.
3 Kleine kikkertjes die kwamen bij de zee,
eentje zwom naar Engeland, toen waren er nog maar 2.
Die trouwden later met elkaar, ze woonden in een sloot.
Daar kregen ze weer tien kikkertjes, die brachten ze samen groot.