Met de werkvorm ‘Ik heb, wie heeft’? oefen je met de hele groep onderwerpen die geautomatiseerd moeten worden.
Verdeel de kaartjes over de kinderen. De activiteit begint bij een willekeurig kind. Hij of zij leest de 'wie heeft ...' vraag voor. De leerling die op zijn kaartje het antwoord op de vraag heeft staan, is als volgende aan de beurt en leest zijn 'ik heb...' antwoord en vraag. Zo gaat het spel verder tot alle kaartjes aan de beurt zijn geweest.